Privéleven
Op zoek naar sporen uit 1897-1914 in Sluis, Knokke en Brugge
(verkorte versie van de Duitse tekst)
Inleiding
Als kleinzoon van de kunstenaar is het moeilijk een objectieve biografie over zijn eigen grootvader te schrijven. Uiteindelijk heb ik hem nog als kind gekend.
Als volwassene met eigen familie had ik later de handen vol met mezelf in plaats van over mijn grootvaders erfopvolging na te denken. Niettemin hebben zijn schilderijen en tekeningen me mijn hele leven begeleidt, zo ook zijn oude boeken en ook de herinnering aan misschien wel gelukkige maar ook door armoede en ontbering vervulde kinderjaren, waarbij drie generaties in één gemeenschappelijk dakappartement wonen.
Zo werd de “de brodeloze kunstenaar” een metafoor, die me pas de laatste jaren daartoe aanzette op zoek te gaan naar sporen van mijn grootvader.
Mijn onderzoek werd vooral bemoeilijkt door het feit dat mijn grootvader voor zijn dood in 1956 zeer depressief was en persoonlijke herinneringen in één van de kachels in ons appartement begon te vernietigen. Daardoor en door het vernielen van het huis van zijn ouders tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn veel familiedocumenten verloren gegaan. Veel informatie berust dan ook op de verhalen van mijn moeder, gesprekken met verwanten en omslachtige recherches in bibliotheken en het internet.
Daarom ben ik dan ook dankbaar voor elke aanwijzing op bestaande schilderijen, foto’s, documenten, die meer details over het leven van deze kunstenaar zouden kunnen prijsgeven.
Het volgende hoofdstuk concentreert zich op de meest productieve jaren van zijn leven als kunstenaar in België en Nederland tussen 1897 en 1914 – een tijdperk dat even gouden als ontwrichtend was.
Volledige document (pdf)